Re: België: verplichte verwijzing
voor euthanasie
Brief van de Belgische Vereniging van Huisartsen aan het Project
Geachte heer,
Wij zijn verheugd dat ons Standpunt over medische
beslissingen rond het levenseinde en euthanasie uw bijzondere aandacht
krijgt. Wij houden er dan ook aan te antwoorden op uw opmerkingen.
Wat uw eerste opmerking betreft: wanneer een arts
gewetensbezwaren heeft tegen euthanasie rest de patiënt met een persisterende
euthanasievraag geen andere keuze dan op zoek te gaan naar een andere
behandelende arts. Deze zoektocht is voor minder geïnformeerde patiënten geen
sinecure. Recent is met steun van de Belgische overheid een telefonische
hulplijn opgericht waar iedereen met vragen over het levenseinde gratis terecht
kan. Het vermelden van het bestaan van deze hulplijn door de arts met
gewetensbezwaar lijkt ons minimaal aangewezen om te vermijden dat de patiënt in
de steek gelaten wordt.
Wat uw tweede opmerking betreft: hiervoor verwijzen we naar de
tekst Omgaan met euthanasie en andere vormen van medisch begeleid sterven door de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen in september 2003:
Palliatieve
zorg en euthanasie zijn alternatieven noch tegenpolen. Wanneer een arts bereid
is het euthanasieverzoek in te willigen van een patiënt die ondanks de beste
zorgen ondraaglijk blijft lijden, dan ontstaat geen breuk tussen de eerder door
de arts gegeven palliatieve zorg en de nu door hem toegepaste euthanasie,
integendeel. Euthanasie maakt in voorkomend geval deel uit van de palliatieve
zorg waarmee de arts en het verzorgend team de patiënt en zijn/haar naasten
omringt
Wat verder in de tekst lezen we:
. . . Hulpverleners kunnen met al hun
vragen rondom het levenseinde terecht bij de palliatieve equipes. Van de
palliatieve equipes kunnen zorgverleners en patiënten dan ook niet alleen
verwachten dat deze, in de context van een euthanasieverzoek, informeren over
eventuele palliatieve alternatieven en palliatieve ondersteuning verlenen waar
nodig. Zorgverleners en patiënten kunnen bij de netwerken en equipes ook terecht
voor informatie en ondersteuning die rechtstreeks en specifiek verband houdt met
euthanasie en de euthanasiewet. Equipe-artsen kunnen de rol opnemen van de
'andere' of 'tweede' arts in de euthanasieprocedure. Wat men van de
georganiseerde palliatieve zorg evenwel niet kan en mag verwachten is dat
zij in de plaats gaat treden van de behandelende arts en zij in voorkomend geval
in zijn/haar plaats euthanasie gaat uitvoeren. Dit zou volledig in tegenspraak
zijn met de nadruk die wij willen leggen op de continuïteit van de zorgverlening
en de in de organisatie van de Vlaamse palliatieve zorg ingeschreven
emancipatorische bekommernis: het basisprincipe dat de georganiseerde
palliatieve zorg er is om te informeren en te ondersteunen en niet om in de
plaats te treden van de reguliere zorg
De definitie
van palliatieve zorg die wij hanteren is dus ruimer dan de dichotome visie
(palliatie versus euthanasie) zoals door u geformuleerd. Wij menen dat in onze
zienswijze de beleving van de patient meer tot zijn recht kan komen. Wij zijn er
ons wel degelijk van bewust, meer nog, wij durven hopen dat deze visie een grote
invloed heeft op alle betrokkenen in het veld.
Wat de derde
opmerking betreft: wanneer wij postuleren dat euthanasieteams of
euthanasiecentra niet gewenst zijn is het geenszins onze bedoeling euthanasie
onderdeel te maken van de reguliere gezondheidszorg. Noch minder willen wij
gewetensbezwaarden verplichten om mee te werken aan euthanasie. Juist
integendeel pleiten wij er voor dat loco-regionaal afspraken worden gemaakt om
oplossingen te zoeken voor die situaties waar er een conflict ontstaat tussen
het geweten van een arts en de vraag van een patiënt naar euthanasie. In
overweging nemend dat de modaliteiten van deze euthanasievraag vastgelegd zijn
in een democratisch gestemde wet.
Wat de
vierde opmerking betreft: de wet op de patientenrechten verplicht
de arts in ons land de patiënt volledig in te lichten over alle mogelijke
therapeutische opties. Het staat de arts hierbij vrij om zijn persoonlijke
morele bezwaren aan de patiënt kenbaar te maken. Morele neutraliteit bestaat dus
niet bij een euthanasievraag. Maar dit geeft de arts allerminst het recht om
uitspraken te doen over het al of niet moreel aanvaardbaar zijn van de keuze van
de patient.