|
|
Standpunt over
medische beslissingen rond het levenseinde en euthanasie
|
Policy Statement on End of Life Decisions and Euthanasia
|
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen
|
The Belgian Association of General Practitioners
|
Academisch Centrum voor Huisartsgeneeskunde van de Katholieke Universiteit
Leuven
|
Academic Centre for General Practice at the
Catholic University of Leuven
|
Vakgroep Huisartsgeneeskunde van de Universiteit Gent
|
Department of General Practice at the
University of Ghent
|
Persconferentie
Brussels - 4 december 2003
|
Press Conference Brussels - 4 december 2003
|
|
|
Stellingen
|
Propositions
|
1. Stervensbegeleiding en alle
mogelijke hiermee geassocieerde medische beslissingen behoren tot het
takenpakket van de huisarts
|
1. Terminal care and all the
medical decisions associated with it are part of the duties of a general
practitioner.
|
2. Euthanasie is één van de mogelijke
keuzes bij stervensbegeleiding, en dient gekaderd en ingebed te worden in
een palliatieve totaalzorg die de individuele zorg overstijgt
|
2.
Euthanasia is one of the possible choices in terminal
care and must be framed by and embedded in total
palliative care that transcends individual care
|
3. De zorgregio's moeten over
stervensbegeleiding multidisciplinaire navorming en opleiding organiseren.
Wij engageren ons om dit wetenschappelijk en didactisch te begeleiden in
samenwerking met de Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen en het LEIF-artsenforum.
Zo willen wij vermijden dat polariserende groepen ontstaan met eigen
opleidingen en invullingen.
|
3. The health care districts must
organise multidisciplinary follow-up training and instruction in terminal
care. We commit ourselves to supervising this scientifically and
didactically in collaboration with the Federation for Palliative Care
Flanders (Federatie Palliatieve Zorg Vlaanderen) and the End-of-life
Information Forum (LEIF) physicians' forum. Our aim in this is to avoid the
emergence of polarising groups with their own instructional training and
interpretations.
|
4. Wij verzetten ons tegen de oprichting
van euthanasieteams of euthanasiecentra. Artsen moeten ondersteund en
begeleid worden en strategieën moeten ontwikkeld worden wanneer zij om
praktische of ethische redenen niet kunnen ingaan op een euthanasieverzoek
van hun patiënt.
|
4. We oppose the establishment of
euthanasia teams or euthanasia centres. Physicians must be supported and
supervised, and strategies must be developed when, for practical or ethical
reasons, the physician cannot comply with a request for euthanasia from
their patient.
|
5. Zowel de andere als de tweede te
raadplegen arts in het kader van de euthanasiebeslissing moeten zeer
deskundig zijn op het gebied van palliatieve totaalzorg.
|
5. All physicians involved, including
those providing a second-opinion, must have extensive expertise in the area
of palliative total care within the framework of euthanasia decision-making.
|
6. Elke arts heeft het recht euthanasie
of een andere levenseindebeslissing te beschouwen als niet strokend met zijn
persoonlijke ethiek. Deze arts is dan verplicht dit tijdig en duidelijk aan
zijn patiënt mee te delen en te zorgen voor een soepele doorverwijzing.
|
6. Each physician has the right to deem
euthanasia or another end-of-life decision as being in contravention of his
or her personal beliefs. This physician is then obliged to inform his or her
patient of this clearly and in good time and to organise a smooth referral.
|
|
|
Het artsenkorps is niet voorbereid op de toepassing van de recente
wetgevingen in verband met patiëntenrechten en euthanasie. De grondige
persoo nlijke reflectie van de arts over zijn houding hieromtrent dient
gevoed en ondersteund door collegiaal overleg.
|
Physicians have not been prepared for the application of the recent
legislation regarding patient rights and euthanasia. The physician's
thorough, personal reflection concerning his or her position on these issues
must be fostered and supported by means of deliberation among colleagues.
|
De Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen wil het artsenkorps
in dit proces van reflectie wetenschappelijk begeleiden. De vereniging wil
dit concretiseren door middel van onderzoek en door het organiseren van navorming
[1], opleiding en training over de besluitvorming bij alle
levenseindebeslissingen.
|
The Belgian Association of General Practitioners wants to scientifically
counsel physicians in this process of reflection. The association aims to do
this by means of research and by organising follow-up training[1]
and instruction in the decision-making process in all end-of-life decisions.
|
Zij wil dit doen in nauwe samenwerking met de andere huisartsenorganisaties
en met de Federatie voor Palliatieve Zorg Vlaanderen en het Leifartsenforum.
Zij wil vermijden dat polariserende groepen ontstaan met eigen opleidingen
en invullingen. Zij wil mee zoeken naar een optimalisering van de
begeleiding bij het levenseinde waarin aanbevelingen en wetten erkend en
toegepast worden in een open sfeer van continue reflectie en toetsing.
|
It aims to do this in close collaboration with the other general
practitioner organisations, the Federation for Palliative Care Flanders and
the LEIF physician's forum. It aims to avoid the emergence of polarising
groups with their own instructional training and interpretations. It also
aims to participate in the search for the optimisation of end-of-life
supervision where recommendations and laws are recognised and applied in an
open atmosphere of continuous reflection and review.
|
De huisartsenkringen hebben hier een belangrijke taak. De zorgregio is het
niveau waarop alles in verband met stervensbegeleiding dient
geïnventariseerd te worden en waarop de noodzakelijke navorming bij voorkeur
multidisciplinair dient georganiseerd te worden. Wij willen dan ook de
palliatieve netwerken uitnodigen zich op deze evolutie positief voor te
bereiden.
|
The general practitioner bodies have an important responsibility in this
area. The health care district is the level at which everything concerning
terminal care must be documented and in which the necessary follow-up
training, preferably multidisciplinary training, must be organised. We also
want to invite the palliative networks to prepare themselves positively for
this evolution.
|
Handelingen aan het levenseinde behoren tot de taak en functie van de
huisarts. De thuisbegeleiding van een patiënt met een fatale prognose
gebeurt best door de huisarts. Multidisciplinaire samenwerking en overleg
zijn echter noodzakelijk in de fase die de dood voorafgaat en waarin
belangrijke beslissingen moeten genomen worden.
|
Actions and proceedings at the end-of-life are part of the responsibility
and function of a general practitioner. Home care supervision of a patient
with a fatal prognosis is best carried out by the general practitioner.
However, multidisciplinary collaboration and consultation are necessary in
the phase before death, in which important decisions must be made.
|
Dit vereist ook dat de andere disciplines, ook deze op de tweede lijn, de
huisarts erkennen in zijn specifieke taak en bereid zijn tot die
multidisciplinaire samenwerking. Ondersteuning vragen van de
multidisciplinaire thuiszorgequipes voor palliatieve zorg is in de regel
aangewezen omdat niet alle artsen voldoende vertrouwd zijn met de
mogelijkheden en de specifieke doelstellingen van palliatieve zorg.
|
This also requires that the other disciplines, including the second-line
disciplines, recognise the general practitioner in his or her specific
function and are prepared to work together as a multidisciplinary team. As a
rule, asking for support from the multidisciplinary home care teams for
palliative care is indicated, since not all physicians are familiar enough
with the possibilities and the specific objectives of palliative care.
|
Alle mogelijkheden moeten eerst met de patiënt besproken worden zodat hij
goed geïnformeerd ook kan kiezen voor euthanasie. Psychologische en/ of
spirituele begeleiding, ondersteuning van de mantelzorg, verzorging in een
palliatieve eenheid zijn opties die onderzocht moeten worden. Dit laatste
vraagt een bijzondere en wederzijdse inzet van de huisarts en de specialist
om transmuraal goed samen te werken.
|
All possibilities must first be discussed with the patient so that he or she
can make a well-informed choice for euthanasia. Psychological and/or
spiritual guidance, support from volunteers and care in a palliative unit
are all options that must be investigated. This requires an exceptional and
reciprocal effort from the general practitioner and the specialist to work
together closely.
|
Hoewel heel wat patiënten nog steeds de "colloque singulier" verkiezen moet
een arts overtuigd zijn van de meerwaarde van een multidisciplinaire aanpak.
Ook de patiënt die in de fase van ontkenning blijft vastzitten, moet kunnen
rekenen op respect en begrip voor deze houding. Het multidisciplinaire en
open overleg tussen de verschillende betrokken hulpverleners zal hen helpen
om ook in deze moeilijke situatie een aangepaste zorg en ondersteuning te
verlenen.
|
Although many patients still elect a one-on-one relationship, a physician
must be convinced of the added value of a multidisciplinary approach. Also,
patients who remain stuck in the denial phase must be able to count on
respect and understanding for this position. Multidisciplinary and open
discussion between the various care workers involved will help them to
provide well-adapted care and support that is tailored to the individual.
|
Om dit op een kwaliteitsvolle wijze te doen is het aanvaarden van de
autonomie van de patiënt een eerste vereiste. Afstappen van het concept van
de 'weldoende' arts die beslist over leven of dood is voor sommige artsen
erg confronterend en verwarrend. Het nieuwe concept waarin de patiënt zelf
beslist over zijn gezondheid, ziekte en manier van sterven vraagt van de
arts een aangepaste attitude en een enorme communicatievaardigheid.
|
Accepting the autonomy of the patient is the first step in ensuring a
professional approach. Stepping away from the concept of the "well-meaning"
physician who decides about life and death is very confronting and confusing
for some physicians. The new concept, in which the patients themselves
decide about their health, illness and the way they want to die, requires
from the physician an adjusted attitude and a
high level of communication skills.
|
Communicatie en overleg vormen de kern van het
'informed consent', de
'shared decision making' en
het eventueel opstellen van een "informatie- en communicatiecontract" waarin
arts en patiënt afspreken tot op welke hoogte de patiënt wenst ingelicht te
worden en wie, wanneer de patiënt zelf niet meer verder wil geïnformeerd
worden zijn vertrouwenspersoon is waarmee de arts verdere afspraken kan
maken.
|
Communication and discussion form the core of "informed consent", the
shared
decision-making process and the possible formulation of an "information and
communication contract" in which the physician and the patient agree to
which level the patient wants to be informed and who the patient's confidant
will be, when the patient himself no longer wants to be informed, and with
whom the physician will make further arrangements.
|
Deze vaardigheid is op de dag van vandaag zeker nog niet algemeen verworven
in het medisch korps. Artsen moeten in hun continue navorming hieraan de
nodige aandacht besteden. Ook heel wat patiënten zijn nog niet vertrouwd met
deze nieuwe visie op de artspatiënt relatie en kunnen hierop onwennig
reageren en zich zelfs verontrust voelen.
|
Currently, this competency has not yet been
universally achieved in the medical
establishment. In their continuous follow-up training, physicians must
devote the necessary attention to this. Also, many patients are not yet
familiar with this new vision of the doctor-patient relationship and can
react to it uncomfortably and even feel alarmed.
|
Hoe een patiënt denkt over euthanasie moet vooraf besproken worden en
geregistreerd in het medisch dossier.
|
How a patient feels about euthanasia must be discussed ahead of time and be
registered in their medical records.
|
De huisarts als de zorgverlener die de levensloop van de patiënt begeleidt
is goed geplaatst om de wensen van de patiënt over zijn levenseinde te
bespreken, te bewaken en te registreren in het medisch dossier. De arts moet
dit gesprek in bepaalde gevallen zelf initiëren om te vermijden dat minder
geïnformeerde patiënten of minder communicatievaardige patiënten hun recht
op een euthanasievraag wordt ontzegd. In de palliatieve fase worden deze
gegevens overgebracht naar het palliatief zorgdossier.
|
The general practitioner, as the caregiver who guides the course of the
patient's life, is well placed to discuss, keep watch over and register in
the medical records the patient's wishes concerning the end of his or her
life. In certain situations, the physician must initiate this discussion
himself to avoid a situation where less-informed patients or patients with
limited communication skills are denied their right to request euthanasia.
In the palliative care phase, these details are transferred to the
palliative care record.
|
Euthanasie kan een mogelijke keuze van stervensbegeleiding zijn, gekaderd
en ingebed in een palliatieve totaalzorg. Hieruit volgt dat het oprichten
van euthanasieteams en centra voor euthanasie dient te worden vermeden.
Het is onze overtuiging dat de voor de toepassing van euthanasie vereiste
andere en tweede arts zeer deskundig moet zijn op het gebied van palliatieve
zorg en meer specifiek op het gebied van de mogelijke medische beslissingen
aan het levenseinde. De artsen verbonden aan de multidisciplinaire
thuiszorgequipes palliatieve zorg komen hiervoor zeker in aanmerking.
|
Euthanasia can be a possible choice in terminal care, framed by and embedded
in a palliative total care approach. From this we can conclude that the
establishment of euthanasia teams and centres for euthanasia must be
avoided. It is our conviction that for the implementation of euthanasia, the
other physicians required and physicians giving a second opinion must have a
high level of expertise in the area of palliative care and, more
specifically, in the area of end-of-life medical decisions. The physicians
combined with the multidisciplinary palliative home care teams are certainly
qualified for this.
|
Wanneer euthanasie niet strookt met de persoonlijke ethiek van de arts moet
hij dit tijdig en duidelijk aan zijn patiënt meedelen. Samen kunnen zij dan
een andere behandelende arts voor de patiënt zoeken. Het is aan de
huisartsenkringen om binnen een zorgregio hiervoor passende strategieën te
ontwikkelen en aan te bieden.
|
Where euthanasia clashes with the personal
beliefs of the physician, he or she must inform the patient of this clearly
and in good time. Together they can then search for another physician for
the patient. It is the responsibility of the general practitioner bodies to
develop and offer an appropriate strategy for this within the health care
district.
|
|
|
1. Wij verwijzen in dit verband eveneens naar het
boek "Zorgzaam thuis sterven. Een zorgleidraad voor huisartsen" dat
tot stand kwam in een samenwerking tussen het Centrum voor Milieufilosofie
en Bio-ethiek van de Universiteit Gent, de Onderzoeksgroep Zorg rond het
Levenseinde/Vakgroep Medische Sociologie van de Vrije Universiteit Brussel
en de Wetenschappelijke Vereniging voor Vlaamse Huisartsen. Dit boek
verschijnt deze maand bij Academia Press in Gent (www.academiapress.be).
Vanaf maart 2004 worden deze teksten ook ter beschikking gesteld via een
website. Het boek en de website zijn het resultaat van een onderzoeksproject
dat in het kader van het programma "Sociale Cohesie door de
Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid" werd
gefinancierd.
|
1. We also refer in
this context to the book "Zorgzaam thuis sterven: Een zorgleidraad voor
huisartsen" (dying at home with dignity: guidelines for general
practitioners) that came into being as a result of a collaboration between
the Centrum voor Milieufilosofie en Bio-ethiek (Centre for Environmental
Philosophy and Bioethics) at the University of Ghent, the Onderzoeksgroep
Zorg (Research Group Health Care) within the Levenseinde/Vakgroep Medische
Sociologie (End-of-life/Work Group Medical Sociology) at the Vrije
Universiteit Brussel and the Wetenschappelijke Vereniging voor Vlaamse
Huisartsen (Belgian Association of General Practitioners). This book will be
published this month by Academia Press in Ghent (www.academiapress.be). From
March 2004, these texts will also be made available via a website. The book
and the website are the result of a research project financed within the
framework of the "Sociale Cohesie door de Programmatorische Federale
Overheidsdienst Wetenschapsbeleid" ("Social Cohesion by the Program-based
Federal Government Service on Scientific Policy").
|