Protection of Conscience Project
Protection of Conscience Project
www.consciencelaws.org
Service, not Servitude

Service, not Servitude

Re: België: verplichte verwijzing voor euthanasie


1e Projectbrief aan de Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen
23 juli 2004

Engels  |  Nederlands


Secretariaat, Nancy Denyn
Wetenschappelijke Vereniging van Vlaamse Huisartsen
St.-Hubertusstraat 58,
2600 Berchem,
België

Geachte mevrouw Denyn:

Hierbij stuur ik u een exemplaar van het Standpunt over medische beslissingen rond het levenseinde en euthanasie van 4 december 2003, met de Engelse vertaling die we hebben gebruikt om het te bekijken. Het document is zeer interessant omdat het Protection of Conscience Project-welzijnswerkers die niet willen deelnemen aan procedures waartegen zij gewetensbezwaren hebben, hiertoe de vrijheid biedt. De vertaling is hier en daar echter incompleet en benadert slechts de betekenis van het origineel. Derhalve schrijf ik u om ervoor te zorgen dat we het standpunt en de vraagstukken die het opwerpt, juist begrijpen.

Het doet ons deugd dat het standpunt erkent dat artsen die niet willen deelnemen aan euthanasie dit ook mogen weigeren. Ook zijn we het ermee eens dat artsen hun patiënten tijdig informeren over hun zienswijzen en dat hun hulp moet worden geboden bij de ontwikkeling van methoden om met een verzoek om euthanasie om te gaan op een manier die getuigt van respect voor de patiënt en in overeenstemming is met hun eigen principes. Het is erg belangrijk om gesprekken over levensbeëindiging bij te houden in het dossier van de patiënt, vooral in het geval van een conflict tussen de zienswijzen van de patiënt en die van de arts. Het is een interessant voorstel om hierbij een 'informatie- en communicatiecontract' te hanteren.

Over andere delen van het standpunt, die we hierna aan u voorleggen, zijn we wat minder gerust. Het is niet uitgesloten dat deze bedenkingen zijn gebaseerd op een misverstand vanwege een verkeerde vertaling van de tekst. In dat geval zou correctie en verheldering hoogst welkom zijn.

De eerste kwestie is de eis dat er van een arts die tegen euthanasie is, desondanks wordt verwacht mee te werken door de patiënt te helpen zoeken naar een arts die wel bereid is. In de ervaring van het Project zouden de meeste gewetensbezwaarden dit weigeren, aangezien een dergelijke medewerking zou leiden tot morele verantwoordelijkheid voor de daad.

De tweede kwestie is het voornemen om euthanasie op te nemen in de 'behandelingskeuzes' van de palliatieve zorg. Buiten België en Nederland betekent palliatieve zorg het verlichten van pijn en lijden, veroorzaakt door ziekte, opdat de patiënt aangenaam leeft tot het moment van overlijden. 'Palliatie' sluit euthanasie en hulp bij zelfdoding juist uit. Men hoort bijvoorbeeld wel eens uitspraken als: "We hoeven geen euthanasie, we willen betere palliatieve zorg." De benadering die het standpunt voorstelt lijkt hiervan af te wijken, hetgeen van grote invloed zou zijn op alle betrokkenen in het veld.

De derde kwestie is de aanbeveling dat euthanasie niet dient te worden behandeld als een medische specialiteit waarvoor specialistische 'teams' en faciliteiten vereist zijn maar onderdeel dient te worden van de reguliere gezondheidszorg. Dit zou namelijk kunnen leiden tot de betrokkenheid van iedereen die werkzaam is in de gezondheidszorg waardoor veel meer gewetensconflicten zouden kunnen ontstaan. Dit probleem zou nog worden verergerd door de verwachting dat gewetensbezwaarden aan een verzoek om euthanasie moeten meewerken.

Ten slotte zal de verwachting dat artsen ervoor moeten zorgen dat de patiënt zich bewust is van en kan kiezen voor euthanasie naar alle waarschijnlijkheid tot problemen leiden. Gaarne zien wij verhelderd of de ondertekenaars van het standpunt wel of niet verwachten of eisen dat artsen die deze informatie overbrengen dat doen op een manier die euthanasie portretteert als een moreel neutrale of moreel aanvaardbare keuze.

Met vriendelijke groeten,

(Sean Murphy),Administrator